Zuurstofbepaling in water met Aquamerck
AlgemeenZonder zuurstof kan leven in buitenwater zich niet ontwikkelen.
Water in voedselrijke meren, grondwater en sterk vervuild oppervlaktewater hebben een meer of minder duidelijk tekort aan zuurstof. Het tekort aan zuurstof is het verschil tussen het werkelijke zuurstofgehalte en het gemeten zuurstofgehalte zoals die te verwachten is bij een gegeven temperatuur. Het theoretisch zuurstofgehalte bij een gegeven temperatuur kun je vinden in de tabel. Drinkwater en water voor industrieel gebruik moeten tenminste 2 mg/l zuurstof bevatten om zeker te stellen dat er een voldoende dikke beschermlaag op de wanden van de pijpen en vaten afzet. Boilerwater moet practisch zuurstofloos zijn. De opgeloste hoeveelheid zuurstof kan worden bepaald met de aquamerck 11 107 kit
Deze werkt volgens de Winkler titratie methode
Eerst wordt er mangaan(II) ionen toegevoegd (reagent 1), door een basisch milieu te maken met reagent 2 zal dit reageren met de aanwezige zuurstof, er ontstaan mangaanhydroxiden van een hogere valentie. In een sterk zure omgeving (reagent 3) worden mangaan(III) ionen gevormd deze ionen reageren met jodium ionen tot elementair jodium. In deze reactie is de hoeveelheid gevormd jodium equivalent met de hoeveelheid opgeloste zuurstof. Jodium wordt teruggetitreerd met een natriumthiosulfaatoplossing (reagentia 4+5):
2Mn3+ + 2I- -> 2Mn2+ + I2
I2 + 2S2O32- -> 2I- + S4O62-
Instructies voor het gebruik
Het zuurstofverbruik
Het zuurstofverbruik is een maat voor de mate van organische verontreiniging van een watermonster. Het wordt afgeleid van het verschil tussen het zuurstofgehalte gelijk na de monstername en na 48 uur in het donker bij 20°C. Het zogenaamde biologisch zuurstofverbruik.
Zuurstofschuld
Het verschil tussen het zuurstofgehalte in het monster en het maximaal mogelijke zuurstofgehalte. (ongeveer zoals bij relatieve luchtvochtigheid) Heet de zuurstofschuld.